Monday, January 15, 2007

Dag 3, maandag 24 juli. Pont Rouge - Québec - Chicoutimi

7u30 Pont Rouge

Met donderbuien en bliksemschichten opgefleurde regenbuien onthouden ons van ons dagelijks zwempartijtje.
Al ziet het openluc
htzwembad, dat recht tegenover onze kamer ligt, er niet zo aanlokkelijk uit als dat van gisteren. Staat precies al even lang leeg als de resterende kamers rondom ons.
De kamer wordt geregeerd door vliegen. Niet zoma
ar vliegen, maar vliegen wier grootste droom het was mug te zijn, ze zijn even hardnekkig en storend als die ene volhardende mug tijdens zwoele zomernachten. De wraakacties van ons allen deze morgen zijn dan ook niet min, en algauw stapelen hoopjes vliegenkarkassen zich op op de nachttafeltjes.


Johhny Depp in 'Fear and Loathing' ? (foto Stefaan)


Eerste links, dan derde rechts, en dan vraag je het best nog eens (foto Stefaan)

Hier wordt ons het eerste Canadese ontbijt gepresenteerd,een echte ramp voor de caloriebewuste vitaminejagende vitaya-kijker in ons. Worstjes, eieren, salami en patés, sudderend in het vet, toast druipend van de ingebakken boter en glimmend van het zout, en sloten koffie die men komt bijschenken zodra je kopje naar leegstand neigt. De vraag om een droge toast met een sneetje kaas of een glas fruitschap wordt met argwaan aanhoord, en per sneetje toast of kaast tikt de dollarmeter met één aan.

Quote van de dag door Piet bij het doorbladeren van de plaatselijke overlijdensberichten: “ ’t zin ol oude dien dood goan.” Een grond van waarheid in deze ochtendlijke beschouwingen.

Gisterenavond werd ons door de barvrouw ook het gangbare fooiensysteem hier in Canada uiteen gedaan.
Het komt erop neer dat het bed
ienend personeel erop rekent dat je een fooi van zo’n 10 tot 15% van het totaalbedrag geeft, want met dat geld wordt hun schamele loon aangevuld. Als je dit niet doet, wordt je scheef bekeken, en de meeste vragen er zelfs onomwonden naar. Ook in winkels is de aangegeven prijs niet die prijs die je betaalt aan de kassa, want daar worden nog taxes bijgerekend, zodat het altijd een stuk meer is. Raar systeem dat ons totaal onbekend is, en dat dan ook enige aanpassing zal vragen.

11u Québec

Tegen 11 uur zijn we in Québec, Frans-Canadese metropool met Europese charme. Ondanks de langdurige Britse overheersing lijkt de cultuur hier onmiskenbaar Frans gebleven.
De pittoreske oude stadswijk Vieux-Québec (UNESCO-lijst van werelderfgoederen) heeft veel mee van pakweg Quartier Latin in Parijs, en is dan ook een toeristische trekplijster, voornamelijk voor A
merikanen en Canadezen van buiten Québec.
De oude stad bestaat uit twee wijken, vlak bij de oever van de rivier de kleine be
nedenstad (basse-ville), en boven op het plateau de grote bovenstad (haute-ville), volledig ingesloten door de enige volledig bewaard gebleven stadsmuur ten noorden van Mexico.


Frank en Piet in Vieux Québec (foto Stefaan)


Snel vrienden gemaakt in Québec (foto Piet)

Door de vele toeristen, spreken de meeste dienstertjes in cafés of restaurants ook Engels, en ze zijn dan ook blij als ze eens met drie Franssprekende Belgen kunnen praten, al lijkt die vriendelijkheid hier altijd dubbelzinnig, die fooi indachtig. Het Frans hier is toch wel een stuk anders dan het onze, en we vallen dan ook snel door de mand als we èchte Québeciens proberen te zijn. Je kan het Frans nog het meest vergelijken met een Zweed die na z’n eerste jaar Frans aan de avondschool met een Amerikaans accent Frans probeert te praten. (Probeer u daar maar eens iets bij voor te stellen !). In alle geval, ’t is sexy !
De trekplijster van Québec is Château Frontenac. Aan de bouw van dit luxehotel werd begonnen in 1893,op de plaats van het oude Château Saint-Louis, dat door een grote brand in de as we
rd gelegd. Het is 80 meter hoog en de opvallende groenkoperen daken trekken je blik van gelijk waar in Québec steeds daar naartoe.


Château Frontenac (foto Frank)


Franse charme in Vieux Québec (foto Frank)

In de late namiddag verlaten we Québec, en als afscheidsgeschenkje krijgen we er nog een parkeerboete bovenop, die ons, na de administratieve rompslomp van Avis bijna €100 zal kosten.
Vanuit Québec volgen we de autoroute 175, richting Saguenay. We laten dus de St. Lawrence-rivier achter ons en trekken landinw
aarts door de Laurentides en het parc National de la Jacques-Cartier


Aan het meer van Johnny The Great
(foto's Stefaan en Frank)

De natuur hier is prachtig, veel meren en beboste bergtoppen, doet me zeer aan Noorwegen denken. Langs een van deze meertjes, waar we eens stoppen om de benen te strekken raken we aan de praat met Jean Le Mieux, (of Johnny the Great zoals hij zichzelf noemt.) Hij woont hier prachtig afgezonderd, met uitzicht op het meer, midden de bossen en de bergen, maar die afzondering lijkt toch enige invloed gehad te hebben op z’n sociale omvang met mensen. Z’n überenthousiame grenst voor ons koele en introverte Belgen bijna aan waanzin, hij raadt ons aan om zo vlug mogelijk te tanken, want dieper landinwaarts zijn er geen tankstations meer, en je wil niet zonder benzine vallen in de donkere nacht omgeven door onbekend bos vol wie weet wat. Hij zet ons aan het denken, en doembeelden uit 'Deliverance' en 'Blair Witch' snellen als schichtige droombeelden door ons achterdochtige brein, weg van hier, en tanken, voor het te laat is.


Vluchten Frank, nu het nog kan (foto Stefaan)

Ondanks het mooie weer is het al goed voelbaar dat we hier op een hoogte van 800m zitten. Hier geen dorpjes of huizen, enkel ongerepte natuur. De tankstations om de 150 km zijn dan ook een soort bakens van beschaving in de ongerepte natuur en drukbezocht.. Het lijken wel kleine dorpjes op zich, compleet met restaurant, warenhuis en café. Aan een van deze tankstops neem ik voor het eerst het stuur van ons bakske in de hand, en na het wennen aan de ‘automatik’ is het rijden een waar plezier, vooral in dit landschap, vol lange uitgestrekte bochten en zich in de verre oneindigheid voortslingerende wegen.

Iets onder Chicoutimi, aan de Fjord de Saguenay vinden we onze slaapplaats voor vannacht.
Alweer een clichébevestigende motel-truckstop, de betere hard
rock in de bar, en konvooien zware road-kings op de parking. Motel Mont-Valin kost ons 99 CAD per nacht.


Motel Mont-Valin (foto Piet)

Getankt : 67 CAD.

3 comments:

Afgevaardigde 39 said...

Volgens mij zou die Amen Ra t-shirt de eerste zijn die vreemd doet tijdens een nachtelijk boswandeling.

Stefaan Vandenheede said...

Amen Ra was ook de soundtrack tijdens het laatste deel van dit traject. Hun repetitieve en intense soundscapes pasten perfect bij het betoverende landschap.
Het ceedeetje inschuiven en ik ben even weer terug...

Unknown said...

t schijnt dat Jean Le Grand schuldig bevonden is aan het molesteren en mismeesteren van enkele onwetende toeristen. Hij slachtte ze af, verscheurde hun vlees, met een vishaakje.